Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen wij heengaan, en kopen voor [33]tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven? 33. Grieks denarien. Zie de waarde hiervan Matth.18:28.